Onze visie
Een goede opleiding is de basis van een mooie toekomst – voor elk kind, ongeacht zijn afkomst. Onderwijs is dé hefboom voor emancipatie, integratie én tewerkstelling. Maar dan moet het onderwijs ook kwaliteit durven eisen.
Vandaag wordt er te veel gemeten, geregeld en gesust – en te weinig geleerd. Leerkrachten lopen verloren in administratie. Leerlingen die amper Nederlands spreken, stromen door zonder fundering. De lat gaat naar beneden, en daarmee ook de kansen van een hele generatie.
SV Brussel kiest voor degelijk onderwijs dat terugkeert naar de essentie: kennis, structuur en respect. De taal leren is daarbij de eerste én onmisbare stap. Zonder Nederlands, geen kansen op de arbeidsmarkt. Daarom pleiten we voor een taalbadjaar voor wie de taal nog niet machtig is. Één jaar op een mensenleven is niets – maar maakt álles mogelijk.
Onze voorstellen
1. Taalbadjaar voor wie geen Nederlands kent
Elke leerling die onvoldoende Nederlands beheerst, volgt eerst een verplicht taalbadjaar.
Dit taalbadjaar wordt intensief, kwaliteitsvol en structureel ingericht, met focus op woordenschat, begrijpend lezen en mondelinge communicatie.
2. Kwaliteit en niveau terug omhoog
Eindtermen moeten ambitieus zijn en geen schrikbeeld. We toetsen niet om te troosten, maar om te weten wat werkt.
Resultaten van scholen worden transparanter en leerwinst wordt actief gemeten.
De lat moet opnieuw omhoog in basisvakken als wiskunde, Nederlands en wetenschappen.
3. Leerkrachten zijn er om les te geven, niet om papieren in te vullen
We schrappen overbodige administratieve taken en verplichtingen die niets bijdragen aan het leerproces.
Directies krijgen meer autonomie om hun school effectief te leiden, met vertrouwen in hun mensen.
4. Respect voor de klas én de leerkracht
Geweld, bedreiging of intimidatie tegenover leerkrachten door leerlingen en/of ouders wordt onverbiddelijk aangepakt. Bij herhaaldelijke incidenten kan een (tijdelijke) schrapping van het groeipakket extra druk zetten.
Scholen krijgen de tools en ruggensteun om te kunnen sanctioneren én corrigeren.
5. Standaardtaal als norm
Thuistalen zijn geen schooltaal. In de klas geldt het Algemeen Nederlands, zonder compromissen.
Leerkrachten worden ondersteund om taalzwakke leerlingen bij te spijkeren, maar moeten zelf taalvaardig zijn – taaltoets voor toekomstige leerkrachten blijft behouden.
6. Nauwere samenwerking met VDAB en bedrijven
Onderwijs en arbeidsmarkt moeten op elkaar aansluiten. We zetten sterker in op technische en duale opleidingen, zeker in het BSO en TSO.
Leerlingen maken al vroeg kennis met sectoren waar toekomst in zit: zorg, bouw, IT, techniek.
7. Remediëren in plaats van doorschuiven
Geen automatische doorstroming meer van leerlingen zonder basiskennis. Wie achterstand oploopt, krijgt begeleiding en remediëring, geen diplomapapier zonder inhoud.
Ouders worden actief betrokken in het leerproces én in de verwachtingen die daarbij horen.